Papfles van Denise Dael

Denises moeder, de 21-jarige Bertha Decaesteker, was hoogzwanger toen ze samen met haar moeder en twee zussen op 2 januari 1915 uit het geteisterde Ieper vluchtte. Bertha’s man, Emiel Dael, was als beroepsmilitair naar het front getrokken. Via Veurne en Calais maakten de vrouwelijke leden van het gezin de oversteek naar Folkestone in het Verenigd Koninkrijk. Op weg naar hun vluchtbestemming in Schotland, beviel Bertha van haar dochtertje Denise in Rugby. De erbarmelijke leefomstandigheden van de eerste oorlogsmaanden tekenden zich af op het pasgeboren kind: Denise woog amper 2 kg toen ze geboren werd. Vijf weken later slaat het noodlot toe en overleed haar moeder Bertha aan nierfalen. Denises grootmoeder reisde met het pasgeboren kind verder naar Schotland, om de rest van de familie te vervoegen in hun vluchtoord. In 1916 keerde grootmoeder met Denise terug naar het zuiden van het Verenigd Koninkrijk, waar grootvader hen vervoegde en waar ze haar vader Emiel ook terug zag. Uiteindelijk zal de familie in 1919 via Antwerpen en Poperinge terugkeren naar Ieper.

De papfles van Denise Dael toont hoe objecten een tastbare getuigenis kunnen zijn van een Belgisch vluchtverhaal.

Papfles van Denise Dael

Denise Dael in 1916, op schoot bij grootmoeder, jonge tante Gerardine, grootvader en vader in uniform