-

Naar school?

Belgische kinderen '14-'19

  • onderwijsmuseum
  • tijdelijke tentoonstelling

Over

Bij de inval van de Duitse legers op 4 augustus 1914 werd België getroffen door aanzienlijke volksverhuizingen. Tussen augustus en oktober 1914 verlieten meer dan anderhalf miljoen Belgen het land. Ze zochten hun toevlucht in Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland. Te midden van deze immense diaspora bevonden zich ook duizenden kinderen. Om hen te helpen en te begeleiden, werden structuren opgericht die speciaal voor hen bestemd waren.

Op 4 augustus 1914 was de grote vakantie pas begonnen. Toen het nieuwe schooljaar in september aanving, was de toestand van de scholen en het onderwijs dermate ontredderd dat het schoolbegin voortdurend werd uitgesteld, vaak tot in 1915. Veel scholen waren bezet, eerst door vluchtelingen die enig onderkomen zochten, daarna door terugtrekkende legereenheden. Finaal werden veel scholen in beslag genomen door militairen die er soldatenverblijven, paardenstallen of hospitalen in onderbrachten. Gedurende de hele oorlog werden in België allerlei pogingen ondernomen om het dagelijkse school- en klashouden binnen de context van de oorlogsomstandigheden zo goed en zo kwaad als mogelijk te normaliseren.

Kinderen in de frontstreek– altijd de eerste slachtoffers van oorlogsgeweld – werden vanaf het voorjaar van 1915 naar binnenlandse (in de buurt van Veurne) of buitenlandse (in  Frankrijk en Zwitserland) schoolkolonies getransporteerd om er toch van opvoeding en onderwijs te kunnen genieten. Deze kinderen, die de geschiedenis ingaan als Les Enfants de l’Yser zijn dan ook het symbool geworden voor alle kinderen die tijdens die Grote lange Oorlog, ver weg van thuis moesten zien te overleven. Dat zij in vele gevallen toch onderwijs hebben kunnen genieten, door de inzet van velen, is het thema van deze tentoonstelling.

Bij deze tentoonstelling hoort een gelijknamige publicatie.