zaterdag - 29/09/1917

1. Hilaire Deconinck

Deze hoeve bevond zich halverwege tussen Busseboom en de ‘platse’ van Reningelst. Hilaire Deconinck (1879-1918) was gehuwd met Valerie Spenninck. Hun dochter Germaine verbleef sinds augustus 1916 in de schoolkolonie van St-Paër. Beide ouders zouden zich volgens dit document enige tijd later als vluchteling in Belbeuf gevestigd hebben. Dat wil dus zeggen dat de boerderij door de bewoner verlaten was op het ogenblik van dit bombardement.    

2. 1 officier en 30 soldaten worden gedood

Allicht behoorden velen onder hen tot het 11th Australian Machine Gun Corps waarvan er tien slachtoffers van die dag op Poperinghe New Militaru cemetery werden begraven.

3. Ook dit gebeurde op zaterdagavond

Deze paragraaf werd in het oorspronkelijke dagboek een dag later geschreven, voor de weergave van het manuscript, zie hier.

4. bombardement van  Poperinge

“Zondag 30 september

Heden nacht beleefden wij de schrikkelijkste uren van den oorlog. Van 9 tot 1 ure komen gedurig Duitsche vliegers met groote en kleine bommen en brandbommen en besproeien de stad en den buiten. De Engelschen beweeren dat er 72 vliegers gekomen zijn; we kregen rond de 300 bommen, waarvan de helft in de stad. Geen een straat bleef gespaard: de dekenij en 2 huizen rechtover liggen plat, Kleine Markt [huidige Burg. Bertenplein], Oude manhuis, Veurnestraat, Markt, enz. Overal op de kampen vallen bommen; er werden nog al eenige soldaten gedood (37), maar wij horen van geen burgers. Het volk is verschrikt.” (bron: Baert, o.c.)

“La soirée du samedi 29 au 30 septembre s'annonçait par un splendide clair de lune, mais les Allemands en profitèrent pour arriver avec des taubes en masse sur la contrée. Ce fut terrible et indescriptible, et ceux qui n'ont pas vécu de ces nuits anxieuses ne peuvent pas s'en faire la moindre idée: La mort partout, à droite, à gauche, au-dessus de nous des bombes, des explosions, en un mot: la terreur.

Depuis 8 ½ heures du soir le canon anti-avion – à proximité d'ici – se fait entendre avec tout le fracas possible, les mitrailleuses crépitent et les bombes tombent partout. Vers 11 ½ de la nuit ce fut terrible. Nous édtions tous ensemble dans la cuisine de         Notre Refuge avec la famille Lemahieu, priant à haute voix, lorsque 3 grandes     bombes tombèrent aux alentours de la maison, même une dans un champ à côté et c'était tout feu et flamme. Nous venions de frôler la mort – nous fûmes visiblement protégés. Toute la nuit des taubes survolèrent la contrée et en ville des bombes pleuvaient. C'était terrible et un livre entier ne suffirait pas à décrire cela.

La nuit du 2 au 3 octobre (??) des obus sur la maison de M. Le Doyen – qui fut presque entièrement détruite, ainsi que les deux maisons en face. M. de Doyen se trouvait dans l'escalier de la cave et est sorti indemne de la maison détruite. Sur la Grand-Place beaucoup de soldats furent tués – le sang rougissait les pavés de la ville et dans tous les campements de soldats il y eut beaucoup de victimes.”

(bron: A. De Puydt, o.c.)

Foto 1: een granaattrechter in Poperinge, 1917

5. meneer de deken

Zie hier

6. onderpastoor meneer Hellyn

Leo Hellyn (Meulebeke 10 mei1861 - Poperinge 2 juli1947). Hij was pastoor van Vichte van 1918 tot 1938.