maandag - 27/03/1916

5° schrift, p.382-383
5° schrift, p.384-385
Afbeeldingen

1. De Engelse aanval is begonnen

Bij het gehucht Sint-Elooi lagen de vijandelijke loopgraven zeer dicht bij elkaar – soms met slechts de weg als niemandsland. Bovendien was er binnen de Duitse lijnen een kleine hoogte die hen strategisch voordeel gaf. Reeds in 1915 veranderden meer dan 30 ondiepe mijnontploffingen (20 Duitse, 10 Britse) Sint-Elooi in een groot kraterlandschap. Op 27 maart 1916 deden de Britten een aanval na de ontploffing van 6 dieptemijnen. De Britse 3de divisie was aanvankelijk succesvol, maar nadat het front werd overgenomen door de nog niet-ervaren 2de Canadese divisie zou het verloren terrein door de Duitsers teruggewonnen worden. Zie daarvoor bij 6 april 1916.

Ook voor Dikkebus is het een betekenisvolle dag. Vanaf nu zal het Duitse artillerievuur op Dikkebus in hevigheid toenemen zodat uiteindelijk vanaf juni 1916 de situatie onhoudbaar zal worden voor de burgerbevolking.

2. souvenir van hun gevecht

Souvenirjagen na (en zelfs tijdens) een gevecht was gebruikelijk. Van Walleghem is juist wanneer hij het heeft over de populariteit van pinhelmen.

 

Foto 1: het kraterlandschap van Sint-Elooi na de mijnontploffingen en de aanval van 27 maart 1916

Foto 2: schetsje van de kraters van 27 maart 1916 bij Sint-Elooi.

Foto 3: De Australische “souvenir king” John Hines, gefotografeerd door  Frank Hurley in 1917 (Australian War Memorial

Foto 4: Duitse krijgsgevangenen – met rechts vooraan hun Britse bewaker – na de aanval bij Sint-Elooi van 27 maart 1916. De militair vooraan draagt als enige van de groep de nieuwe Stahlhelm.