zaterdag - 24/07/1915

3° schrift, p.268-269
Afbeeldingen

ERRATUM

De dagaanduiding "24 juli, zondag" moet zijn "25 juli, zondag"

1. Pater Gill

Zie hier

2. de hofstee van Marcel Coene

De hoeve van Marcel-Amand Coene (1885-1953) stond nabij het kruispunt van de Melkerijstraat en de Torreelstraa. Vandaag is de grote hoeve op de helling er nog, het bosje dat erachter lag,  is verdwenen. In het voorjaar van 1915 werd in het bosje de 'Dickebusch Huts' ingericht, één van de eerste en belangrijkste kampen van het Britse leger in deze sector. In de nadagen van de Tweede Slag bij Ieper die de kracht en vooral de discipline van het Britse leger enorm op de proef had gesteld, werden nabij het hof van Marcel Coene niet minder dan 8 terechtstellingen voltrokken. Op nauwelijks anderhalve maand werden hier bijna evenveel Britse soldaten gefusilleerd als tot dan sedert het begin van de oorlog het geval was geweest in de Ieperboog. 'Dickebusch Huts' werd dan ook een soort bedevaartsoord voor de soldaten. (Bron: Piet Chielens: De POP.Route. Fietsen achter het front. Poperinge, IPS, s.d.)

3. een ter dood veroordeelde, deserteur sedert september

Het gaat allicht om Corporal Frederick Ives, die op 15 september 1914 op de loop was gegaan. Zijn executie werd de dag daarop uitgevoerd op de Ieperse vestingen, samen met die van nog vier andere soldaten van het 3de bataljon van het Worcestershire Regiment. (J. Putkowski & J. Sykes: Shot at Dawn. Executions in World War One by authority of the British Army Act. Barnsley, Leo Cooper, 2006 (10de, herziene druk), p. 49)

4. nergens vond ik graven die zo goed onderhouden waren als deze. … dat de soldaten vaak die graven bezoeken

Dit is een belangrijke opmerking. Het wijst op een vorm van respect, zelfs verdoken protest, vanwege de Britse soldaten voor hun medestrijders die ter dood veroordeeld en geëxecuteerd waren. Zie ook

5. hoefijzer aan de deur

Een hoefijzer boven de deur hangen zou geluk brengen. Dat het gebruik bij de Engelsen meer ingeburgerd is, heeft misschien te maken met het Engelse verhaal van Sint-Dunstan en de duivel. Dunstan was in de 10deeeuw aartsbisschop van Canterbury. Hij was niet alleen een groot geleerde, maar ook musicus en edelsmid. Op zekere dag kwam de duivel bij de bisschop langs en vroeg hem zijn hoeven te beslaan. Dunstan zag meteen wie hij voor zich had, bond de duivel vast, zette één van zijn tangen op de neusgaten van de duivel en dwong hem zo te beloven dat hij nooit een huis zou binnengaan waar een hoefijzer aanwezig was.

Volgens het bijgeloof verdubbelt het geluk, wanneer het hoefijzer boven een deur gespijkerd wordt. Als de opening naar boven wordt gehangen, wordt het geluk als het ware opgevangen; als de opening echter naar beneden wijst, loopt het geluk uit de opening en trekt het hoefijzer ongeluk aan. Ironisch genoeg zijn er ook streken waar het hoefijzer juist met de opening naar beneden moet worden opgehangen, zodat het ongeluk eruit loopt.

Foto 1 : luchtfoto van de omgeving van de hoeve Coene

Foto 2: een deel van de hoeve Coene