22/05/1916

1. Henri Saelen

 Het is de eerste keer dat deze man vermeld wordt. Henri Saelen (Dikkebus, 24 oktober 1865-18 november 1946)

 2. in tenten

 Tenten = barakken

 3. zeer ellendige kotjes

Het is niet de eerste keer dat Van Walleghem de ellendige staat van sommige tijdelijke woningen van vluchtelingen beschrijft. Hier is zijn beschrijving van die krotwoningen wel erg uitgebreid en sprekend. Hij maakt echter ook het contrast met de barakken die wel van degelijke staat zijn. Beide foto’s zijn perfecte illustraties van wat Van Walleghem hier schrijft.

Foto 1: barakjes langs de weg van Westouter naar Reningelst

Foto 2: voorlopige huisvesting langs de weg tussen Poperinge en Watou

Beide foto’s werden genomen door Eugène Dhuicque en werden gepubliceerd in: Herman Stynen e.a.: Het Verwoeste Gewest 15/18. Mission Dhuicque. Brugge, uitgeverij Marc Van de Wiele, 1985

4. teerpapier

Zwaar papier dat met teer bedekt of geïmpregneerd is. Het wordt vooral in de bouw gebruikt.

5. bocht

bocht = “bucht”, met andere woorden: dingen , kleine eigendommen, gereedschap, spulletjes, “akkerbilliën”

 6. van plan zijn om na de oorlog hun tent mee te verhuizen

Dat was zeer voorzienend. De woningnood in de Westhoek zou onmiddellijk na de oorlog zo groot zijn dat niet iedereen een dak boven het hoofd zou krijgen. 

7. herberg De Hert

Dit café bevond zich op de hoek van de Windeweg en de Zweerdstraat.

8. hoge rubberen laarzen

Die natuurlijk goed van pas konden komen in de modder van de Westhoek.

9. ringen en andere kunstwerkjes

Dit is wat aangeduid wordt met de term loopgravenkunst. Veel andere voorbeelden vindt U hier.

Foto 3: een Belgische krijgsgevangene graveert zijn gamel

Foto 4 en 5: loopgravenkunst dat verwijst naar Ieper

10. een wachtmeester en een brigadier

Dit wil dus zeggen dat deze onderofficieren ofwel meewerkten aan de diefstal of die minstens oogluikend toelieten. Beide graden werden in 2014 door het Belgische leger geschrapt en vervangen door ‘sergeant’ en ‘korporaal’: Zie hier

Afbeeldingen