19/04/1916

1. paasplicht

Het laatste van de 5 Geboden van de Katholieke Kerk luidt: “En nuttig rond Pasen het Brood des Heren”. Om te communie te mogen gaan, moest men “in staat van genade” zijn, vandaar dat er lange rijen aanschoven voor de biechtstoelen van de pastoor en de onderpastoor(s), en vooral die van de “vreemde biechtvader”. Op de naleving van de paasplicht werd toegezien door de parochiegeestelijkheid, mede door het uitdelen van zgn. paasbriefjes na de paasbiecht.

(bron: “Gewijd of Vervlogen?”)

 2. Franse Canadezen

Zie bij 1 oktober 1915, noot 1 : Zie hier

 3. het Schoonhuis

 Zie bij 7/12/1914, noot 2 : Zie hier